Storing? Bel 0800-9009
De herziene versie van het rapport Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II3050) dat vandaag is gepubliceerd, geeft op basis van vier scenario's inzicht wat er nodig is om de transitie naar een duurzame energievoorziening te maken.
In 2050 wil Nederland geen CO2 meer uitstoten en dus klimaatneutraal zijn. Dit houdt in dat we ons energiesysteem op een andere manier moeten inrichten: de vraag naar energie verandert en neemt toe. Deze ‘herinrichting van ons energiesysteem’ is de grootste verbouwing van ons land en de gezamenlijke netbeheerders werken hard om de energie-infrastructuur hierop aan te passen en uit te breiden. In de herziene versie van II3050 wordt in beeld gebracht wat er op ons afkomt en wat er nodig is.
De belangrijkste conclusies uit de toekomstverkenning II3050 zijn:
Er is snel, voldoende ruimte nodig voor de nieuwe energie-infrastructuur
Tot en met 2050 moeten we alleen al 50.000 nieuwe wijkstations plaatsen en 100.000 km aan ondergrondse kabels leggen. Dat staat gelijk aan de ruimte van 100.000 parkeerplaatsen en elke maand een afstand van Groningen tot aan Maastricht aan ondergrondse kabels leggen. Om het energiesysteem in balans te houden is de grootte van de stad Haarlem nodig aan batterijen. Hiervoor is ruimte binnen en buiten de bebouwde kom nodig en moeten de benodigde vergunningen geregeld zijn. Om nu én in de toekomst iedereen van energie te kunnen voorzien, zijn deze locaties hard nodig.
Concrete plannen van gemeenten en provinciën helpen de versnelling
Bouwprojecten van netbeheerders hebben doorlooptijden die al snel oplopen tot tien jaar. Dat betekent dat we nu al werken aan het systeem van 2050. Het is van groot belang dat (mede)overheden concrete plannen maken over welke energiedrager op welke locatie komt en hoe we nieuwe duurzame opwek zo kunnen aansluiten op het net dat dit bijdraagt aan het in balans houden van het systeem en niet juist een negatief effect heeft.
Maak investeringen die het systeem in balans brengen rendabel
Om in de toekomst vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, is het nodig meer (regelbare) productie en flexibiliteit in het energiesysteem beschikbaar te krijgen. Momenteel is de markt voor het investeren in bijvoorbeeld grootschalige batterijen en elektrolysers niet interessant genoeg. Door bijvoorbeeld subsidies of andere prikkels aan te bieden krijgt deze markt een impuls en kan ons energiesysteem sneller en duurzaam in balans worden gebracht.
Tempo van uitvoering moet omhoog
Hans-Peter Oskam, directeur beleid en energietransitie Netbeheer Nederland: “De belangrijkste conclusie uit de toekomstverkenning is dat er nog ontzettend veel moet gebeuren om de klimaatambities in 2050 te kunnen halen. Dat betekent dat we met zijn allen de schouders eronder moeten zetten en harde keuzes durven te maken. Daarvoor kijken we nadrukkelijk naar onze samenwerking met medeoverheden zoals gemeenten en provinciën. We vragen hen om concrete locaties aan te wijzen waar wij kunnen bouwen.
De verkenning laat ook zien dat het tempo van de uitvoering verder omhoog moet. We investeren veel en werken hard aan ons netwerk. Echter, dat is nog niet genoeg. De vraag naar energie groeit nog steeds sneller dan dat wij kunnen bijbouwen. Slim bouwen, opschalen van productie en ook slimmer benutten van álle capaciteit zijn daarom geen luxe maar een noodzaak.
Tot slot toont de verkenning aan dat we ons gedrag moeten aanpassen aan het nieuwe energiesysteem, dat veel grilliger is dan we tot nu toe gewend zijn. Er is nog een flinke impuls nodig om op tijd de beschikking te hebben over voldoende flex-oplossingen, zoals batterijen en electrolysers en er is tijd nodig om nieuw gedrag aan te leren. Flex moet het nieuwe normaal worden, maar daar zijn we nu nog niet.”
Naast het rapport zijn vandaag ook gepubliceerd de aanbevelingen uit het rapport, een document met alle bijlagen en een infographic.